Mythen over ademhaling: wat wél effectief is
- Linda Klarenbeek

- 22 okt
- 1 minuten om te lezen
Ademen lijkt vanzelfsprekend, maar er bestaan veel mythen en misverstanden over hoe je het “goed” doet. Mensen denken bijvoorbeeld vaak:
“Diep ademhalen is altijd beter.”
“Iedereen ademt vanzelf goed.”
Maar klopt dat? Niet altijd.

Diep ademhalen is niet altijd beter
Veel mensen denken dat je altijd diep in de buik moet ademen. In sommige situaties is dat juist niet handig. Te diep ademen kan spanning veroorzaken, duizeligheid of een verstoorde CO₂-balans. Functioneel ademen betekent dat je adem past bij wat je lichaam nodig heeft op dat moment: soms diep, soms rustig, soms iets sneller.
Iedereen ademt vanzelf goed
Hoewel ademen automatisch gaat, ademt lang niet iedereen functioneel. Stress, spanning, verkeerde houding of een verstoord ritme kunnen leiden tot oppervlakkige borstademhaling, snelle adem of mondademhaling. Dit beïnvloedt energie, focus en zelfs je zenuwstelsel.
Wat wél effectief is
Adem laag in de buik of middenrif, niet geforceerd diep.
Adem via je neus om lucht te filteren en je longen beter te vullen.
Observeer je adem regelmatig en pas aan waar nodig: rustig, lang, of iets sneller afhankelijk van je activiteit en stressniveau.
Oefen korte ademtechnieken om je CO₂-tolerantie en O₂-balans te verbeteren.
Conclusie
Er zijn veel mythen over ademhaling. Goed ademen gaat niet om altijd diep of altijd langzaam, maar om functioneel ademen dat past bij jouw lichaam en situatie. Bewust worden van je ademhaling en kleine aanpassingen maken vaak al een groot verschil voor rust, energie en balans.
Wil je leren hoe je effectief kunt ademen?
Als ademcoach begeleid ik je stap voor stap, met oefeningen en inzicht, zodat je adem functioneel wordt en je energie, rust en veerkracht vergroot.




Opmerkingen